Frank Soede: ‘Meer woonhulp door werkgevers geeft de woningmarkt een duw in de goede richting’

Directeur van BLG Wonen Frank Soede over zijn idee voor de woningmarkt

In deze serie bespreken we maandelijks een idee dat de vastgelopen woningmarkt weer vlot kan trekken. In deze derde aflevering vertelt Frank Soede, directeur van BLG Wonen, waarom het goed is voor de woningmarkt als werkgevers zich meer inspannen voor de goede huisvesting van hun medewerkers.


Welk cijfer geef jij de woningmarkt op dit moment?

"Dat is wel een dikke onvoldoende, een 4. Heel veel mensen hebben ontzettend veel moeite om passende woonruimte te vinden. Tegelijkertijd zie ik en hoor ik in mijn omgeving ook dat sommige mensen het nog wel lukt. Alleen het wordt wel steeds moeilijker. Vandaar die 4.”

Voor wie wordt het moeilijker?

“Het zijn verschillende groepen, maar waar ik toevallig privé ook veel mee te maken heb, zijn jonge mensen die net zijn afgestudeerd. Voor hen valt het niet mee. Ze hebben wel een baan, maar ze moeten echt flink jagen. Maar ook voor single starters en mensen met een modaal inkomen is het erg moeilijk aan passende woonruimte te komen.”

Wat is je idee voor de woningmarkt?

“In alle discussies van de afgelopen jaren om de woningmarkt weer op gang te krijgen, is de rol van de werkgever onderbelicht gebleven. Als BLG Wonen hebben we daarom representatief onderzoek laten doen naar hoeveel deze groep nu al doet om werknemers aan huisvesting te helpen, wat ze doen, maar ook hoeveel bereidheid er is om ermee te beginnen. Ook hebben we werknemers naar hun ervaringen gevraagd. De uitkomsten hebben ons verrast, want de helft van de werkgevers is al actief op het gebied van woonhulp. En van degenen die nog niets doen, overweegt maar liefst 86% om ook woonhulp te gaan geven. Mijn idee is dat het echt zou helpen als alle werkgevers in Nederland een stapje extra zouden zetten. Dat komt de woontoegankelijkheid wezenlijk ten goede en raakt de woningmarkt weer wat meer in balans.”

"Werknemers die geholpen worden met huisvesting zeggen loyaler te zijn aan hun werkgever. Ze blijven daardoor vermoedelijk langer in dienst.”
Frank Soede, directeur BLG Wonen


Waar moet ik eigenlijk aan denken bij woonhulp door bedrijven?

“Dat kan best ver gaan. Bijna 1 op de 5 werkgevers heeft zelfs echt woonruimte beschikbaar voor zijn werknemers. Dat is de meest vergaande vorm. Er zijn er ook die helpen zoeken naar woonruimte, daarvoor gespecialiseerde hulp inhuren of advieskosten vergoeden.”

Je zei dat de onderzoeksuitkomsten je in positieve zin hebben verrast. Hoe denk je dat het komt dat zoveel bedrijven zich inzetten voor de huisvesting van hun medewerkers?

“Dat heeft ermee te maken dat je meerdere vliegen in één klap slaat. Ik doel op de overspannen woningmarkt enerzijds en anderzijds de krappe arbeidsmarkt. Je doet dus wat voor je mensen, maar je maakt het ook makkelijker om personeel aan te trekken. De cijfers in ons onderzoek ondersteunen dit. Werknemers die geholpen worden met huisvesting zeggen bovendien loyaler te zijn aan hun werkgever. Ze blijven daardoor vermoedelijk langer in dienst.”

Maar tegelijkertijd is er ook een grote groep werkgevers die het maar gedoe vindt om woonhulp te bieden, zo blijkt uit het onderzoek. Ook weten ze vaak niet hoe ze dat moeten doen.

“Kijk als je een heel woonblok laat neerzetten of, zoals ASML, een woonfonds opzet om de woningmarkt in de regio Eindhoven te verlichten dan is dat best ingewikkeld. En het geeft vast ook gedoe. En toch zie je dat ook het midden- en kleinbedrijf op dit punt initiatieven neemt. Zo is er een varenkweker in Burgh-Haamstede die tiny houses heeft geplaatst voor zijn medewerkers. En ook een kleine organisatie als een school op Vlieland doet iets vergelijkbaars voor lesgevend personeel. Maar de kern is: het hoeft allemaal niet zo groots en meeslepend. Soms is een helpende hand al genoeg.

Wat doen jullie zelf eigenlijk?

“We hebben het geluk dat in onze branche op afstand werken heel goed mogelijk is. Nou, dat hadden we al uitgevonden voor corona. Alleen heeft het in de tijd van de corona-epidemie een enorme vlucht gekregen. Wij hebben mensen de ruimte gegeven om veel thuis te kunnen werken. Dat is van belang, want ons hoofdkantoor staat in Utrecht. Daar is de druk op de huizenmarkt maximaal. Maar het is voor het werk helemaal niet nodig in Utrecht te wonen. We zien dat steeds meer collega's van verder weg komen, omdat ze een of twee dagen per week op kantoor zitten en andere dagen thuis kunnen werken. Daarmee faciliteer je spreiding over de regio’s en verlicht je de lokale woningmarkt. We vergoeden overigens ook hypotheekadvies voor werknemers, maar dat is voor een hypotheekverstrekker natuurlijk een no-brainer.”

"Er is niet één silver bullet om de woningmarkt weer in balans te krijgen. Je moet op heel veel fronten wat doen en dan gaat het wiel weer draaien".
Frank Soede, directeur BLG Wonen

Voor de individuele werknemer is het ondersteuning vanuit de werkgever op het gebied van wonen fijn, maar je zou ook kunnen zeggen dat er een tweedeling ontstaat. Sommige werknemers krijgen hulp en de andere niet. Is het wel eerlijk?

“Ik zit daar een beetje gemixt in. We hebben te maken met schaarste, dus dan is het altijd zo dat er meer vraag is dan aanbod en wat de één krijgt, krijgt de ander dus niet. Maar dat is niet het hele verhaal. Als je ervoor zorgt dat mensen een passende woning kunnen vinden, komt er vaak ook weer een andere woonruimte, een studentenkamer bijvoorbeeld, vrij. Het bevordert dus de doorstroming. In een aantal gevallen zien we dat er echt woningen worden toegevoegd aan de woningvoorraad. En dat is natuurlijk helemaal mooi, want daardoor wordt de woontoegankelijkheid in Nederland beter.”

Is dit hét idee om de woningmarkt weer op gang te krijgen?

“Nee, er is niet één silver bullet om de woningmarkt weer in balans te krijgen. Je moet op heel veel fronten wat doen en dan gaat het wiel weer draaien. De overheid heeft daar ook een rol in door vergunningen sneller af te geven, zodat bedrijven woningen voor werknemers, bijvoorbeeld op een boerenerf of bedrijventerrein, makkelijker kunnen realiseren.”

Wat is je advies aan de volgende minister die over Wonen gaat?

“Er moet weer een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening komen die gebieden aanwijst waar gebouwd mag worden. In het verleden heeft dat goed gewerkt met het aanwijzen van de Vinex-locaties, maar helaas is dat weer los gelaten. Nu wordt er op provinciaal en lokaal niveau vooral eindeloos over gepraat, maar er mist snelheid. Terwijl ik genoeg geluiden hoor vanuit de polder om alsjeblieft meer woningen te bouwen. Met regie vanuit het Rijk kan er snel flink meer gebouwd worden, zodat we het tekort aan 390.000 woningen binnen vijf jaar hebben ingelopen.”

Lees ook onze andere artikelen in deze serie: