"Biobased bouwen wordt een succes als ook de rest van de financiële wereld aansluit"

Arie Koornneef, directeur van ASN Bank en Frank Soede, directeur van BLG Wonen

Biobased bouwen staat op het punt door te breken in Nederland. Daar zijn Arie Koornneef, directeur van ASN Bank en Frank Soede, directeur van BLG Wonen, zeker van. Maar dat duurzaam bouwen niet vanzelf de norm wordt, dat is voor hen ook duidelijk. “Er is een laatste duwtje nodig. Essentieel is het daarbij dat andere grote spelers aanhaken. En dan zal je zien dat het daarna opeens heel snel gaat allemaal”, zegt Soede.

Tekst: Martijn van der Kooij

“Als je kijkt naar hoe wij nu een huis, kantoorpand of andere woonaccommodatie bouwen, dan zijn de belangrijkste bestanddelen vaak cement, baksteen en staal. In het onderliggende productieproces komt heel veel C02 vrij”, zegt Arie Koornneef. De directeur van ASN Bank geeft het interview in een houten-mini-huisje op het hoofdkantoor van de Volksbank in Utrecht.

“Het goede nieuws is dat er de afgelopen jaren veel betere bouwmethodes zijn ontwikkeld, die veel minder schadelijk zijn voor de natuur”, zegt Koornneef. Dat zijn volgens hem methoden die gebruikmaken van wat de natuur ons geeft. “En je ziet dat die in landen om ons heen al volop worden gebruikt. In Scandinavië bijvoorbeeld zie je heel veel houtbouw. Daar worden ook veel natuurlijke materialen gebruikt om huizen te isoleren.”

Frank Soede, directeur van BLG Wonen, vult hem aan: “Biobased bouwen bestaat in mijn beleving uit twee componenten: bouw en isolatie. Je probeert zoveel mogelijk hout te gebruiken om iets te bouwen. Waarom hout? Omdat het ook CO2 opslaat, wat vanuit onze klimaatambitie goed is. Daarnaast kunnen er allerlei isolatiematerialen gemaakt worden van natuurlijke materialen. Denk aan olifantsgras, hennep en leem om huizen te isoleren.”

Hebben jullie eigenlijk zelf iets met duurzame bouw?

Arie: “Ik woon zelf in een oude woonboerderij waarvan het hele karkas uit hout is opgetrokken en er zijn wat muurtjes tussengeplaatst, omdat er verder niet met stro of met leem gebouwd werd. Maar de rest staat er eigenlijk gewoon nog. Dat is nu inmiddels 130 jaar oud, dat gebouw heeft een enorm lang leven.”

Frank: “Mijn woning is opgetrokken uit hout en is eigenlijk al best duurzaam neergezet. Binnenin wordt er toch nog wel cement gebruikt voor de vloer. Dus het is niet helemaal biobased, maar een groot deel van de materialen wel. Het is erg comfortabel wonen.”

Frank Soede, directeur BLG Wonen
“De woningen die nu worden gebouwd, zijn energieneutraal, dus je kan ook bijna met nul op de meter uit. Dat scheelt behoorlijk in de energielasten.”
Frank Soede, directeur BLG Wonen

Wat zijn de voordelen van biobased bouwen?

Frank: “Moderne productiemethodes maken het mogelijk dat er nieuwe materialen toegevoegd worden in het bouwproces. Dat biedt ook kansen voor boeren die over willen stappen van veeteelt naar de productie van grondstoffen voor de bouw. Dat is gezien alle discussies over stikstof goed nieuws. Een ander voordeel is dat je deze woningen modulair kunt neerzetten. Als je deze modules in fabrieken maakt, creëer je snelheid in het bouwproces, wat de woonopgave in Nederland ten goede komt. De uitstoot van CO2 kun je in de fabriek afvangen en daarmee heb je ook een veel minder grote belemmering om te bouwen.”


Nadelen biobased bouwen

Biobased bouwen kent ook nadelen. De impact op het landgebruik en de lokale productieomstandigheden, zijn twee voorbeelden van nadelen. De duurzaamheid van biobased materialen hangt verder af van het soort product dat wordt gemaakt. Er zijn ook biobased grondstoffen die een behoorlijke milieu-impact kunnen hebben. Wol bijvoorbeeld, want dat is afkomstig van schapen die voedsel, water en land nodig hebben. Daarbij komen onder meer broeikasgassen vrij.


En zitten er voor de woningkoper nog voordelen aan?

Frank: “De woningen die nu worden gebouwd, zijn energieneutraal, dus je kan ook bijna met nul op de meter uit. Dat scheelt behoorlijk in de energielasten.”

[de tekst gaat verder onder de video]

Video: de voordelen van biobased bouwen uitgelegd:

Oeps! Geen video

Je kunt de video over dit onderwerp niet kijken omdat je een vereiste cookie hebt uitgeschakeld. Toch zien?
Kies een andere cookie-instelling
Of kijk deze video op youtube.com

Vooroordelen

Jullie zijn enthousiast, de mensen die een biobased woning kochten ook vaak, maar in de praktijk zijn er nog best veel vooroordelen over deze manier van bouwen. Horen jullie dat ook? Frank: “Er zijn inderdaad nog misvattingen over biobased. Is het brandbaar? Gaat het minder lang mee? Is het geld wat ik erin stop het wel waard? Verdien ik dat ooit terug? Dus is er heel veel te winnen aan de klantkant. Ook de adviseur heeft een rol. Die kan ervoor zorgen dat er een wens ontstaat bij klanten. Ook wij pakken die handschoen graag op, door voorlichting te geven over de voordelen van biobased bouw en door de mythes te ontkrachten.”

Lees ook ons artikel over de mythes over houtbouw

Maar snijden die vooroordelen nou nog ergens hout?

Frank: “Nee, helemaal niet. Vergaat zo’n biobased woning? Dat is niet waar. Er staan al eeuwen houten gebouwen overeind. Maar het is een zorg die ik wel begrijp. Ook dat het brandbaarder is, klopt niet. Er wordt samengeperst hout gebruikt en daar kan geen zuurstof bijkomen. Maar de vooroordelen zijn er wel en zijn ook begrijpelijk. Het is nieuw, en dat roept vragen op.

Als je het moet hebben van de goede bedoelingen van mensen, dan gaat het niet vliegen. Het wordt een succes als je laat zien dat het goed is - minimaal net zo goed of beter dan traditionele bouw - dat je er fijn kan wonen en dat het waarde oplevert. Dan gaat dat vliegwiel draaien. Daar zijn we bijna, maar er is nog een zetje nodig. Ik vind het mooi dat Amsterdam al heeft uitgesproken dat twintig procent van de woningen in 2025 biobased moet zijn; Amsterdam is natuurlijk vaak een voorloper. Het kan nu alleen maar heel veel groter worden.”

Stiktofdiscussie

De stikstofdiscussie maakt bouwen lastiger. Daarom biedt biobased bouwen kansen, want die woningen hebben een lagere uitstoot. Maken jullie dat ook naar de politiek duidelijk?

Arie: “We zitten zeker aan tafel. ASN Bank is lid van de raad van partners van MVO Nederland, waar we samenwerken met grote organisaties die proactief zijn op het gebied van duurzaamheid. Vanuit die rol zijn we met een aantal andere partijen al eerder uitgenodigd bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij om samen na te denken over hoe we bijvoorbeeld via akkoorden, denk aan het Klimaatakkoord, in alle vormen van de bedrijfsvoering rekening kunnen houden met de natuur."

"Ik denk dat we een heel mooie voorlopersrol hebben. Maar natuurlijk is het ook belangrijk dat de rest van de financiële wereld aansluit, want er ligt een enorme woningopgave. Dat kunnen wij niet alleen als Volksbank financieren."
Arie Koornneef, directeur van ASN Bank

"Wat ik eigenlijk hoop is dat er - net als bij de totstandkoming van het klimaatakkoord - verschillende overlegtafels komen, met natuur- en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, waaronder de bouwbedrijven in dit geval, maar ook de financiële sector. Doel is te kijken hoe we daar de handen ineen kunnen slaan. Ik denk dat we een heel mooie voorlopersrol hebben. Maar natuurlijk is het ook belangrijk dat de rest van de financiële wereld aansluit, want er ligt een enorme woningopgave. Dat kunnen wij niet alleen als Volksbank financieren.

Wat een mooie stok achter de deur is, is dat we in 2050 als de Volksbank ‘net zero’ willen zijn. En er staat natuurlijk uitstoot op de balans in de vorm van onze hypotheekportefeuille. Die moet gecompenseerd worden met de opslag van CO2. Er is een aantal methodes in Nederland om dat te doen en één van die methodes is onder andere opslag door middel van houtbouw.”

Wat zou je heel graag op het gebied van biobased bouwen willen bereiken?

Arie: “Ik heb in 2018 tijdens een congres gezegd dat ik denk dat het goed is om een dorp of een stad te gaan bouwen van zo’n 30.000 woningen die alleen maar op basis van dit principe neergezet wordt. Dan hebben mensen ook een soort referentiekader van hoe zoiets eruitziet. Dan laat je die hele keten met elkaar samenwerken en start je gewoon met een plan. Misschien moet de overheid voor zo’n pilot een beetje bijspringen, maar dan heb je ieder geval een concreet doel waar met elkaar naar toewerken. Klein beginnen dus en als het een succes is dan kunnen we denken aan een flinke wijk in bijvoorbeeld Rotterdam of Amsterdam.”