Op deze pagina:

Aanvragen extra aflossing

Je kunt extra aflossen op je Bedrijfshypotheek via onderstaand formulier. Vul het formulier volledig in en onderteken het. Mail het formulier naar sczakelijkklantverzoeken@blg.nl.

Je ontvangt van ons een bericht als de extra aflossing is verwerkt.

Download het formulier extra aflossen:


Je kunt ook extra aflossen via je hypotheekadviseur. Jouw adviseur vraagt de extra aflossing bij ons aan. Je ontvangt van ons een bericht als de extra aflossing is verwerkt. Naast een extra aflossing kun je bij je adviseur ook terecht voor het aanvragen van een aanvullende financiering of een rekening laten uitbetalen uit je bouwdepot.

Extra aflossen en je hypotheekrente

Als je extra aflost, ga je maandelijks minder rente en aflossing betalen. Ook is het mogelijk de looptijd van je hypotheek te verkorten. Als je wilt weten wat extra aflossen voor jou betekent, maak dan een afspraak met je hypotheekadviseur. Hij of zij kan hiervoor kosten in rekening brengen.

Volledig aflossen op je Bedrijfshypotheek

Heb jij een pand gefinancierd met een Bedrijfshypotheek en verkoop je het pand? Of heb je wellicht extra geld over en wil je de Bedrijfshypotheek helemaal aflossen voor lagere maandlasten? Dan is het mogelijk je Bedrijfshypotheek volledig af te lossen. Wil je de hypothecaire inschrijving royeren en volledig aflossen? Dit kun je regelen via de notaris die jij uitkiest.

Goed om te weten: als je extra aflost, betaal je soms een vergoeding voor het renteverlies van de bank. Lees verderop deze pagina meer over de vergoeding voor het renteverlies.

Hoe werkt volledig aflossen?

Vergoeding voor ons renteverlies

Wil je (een deel van) jouw Bedrijfshypotheek eerder aflossen dan afgesproken? Dan betaal je mogelijk een vergoeding voor de rente die we hierdoor mislopen. Dit noemen we een vergoeding voor het renteverlies.

Wanneer is er renteverlies?

Om vast te stellen of er renteverlies is, kijken we naar de vergelijkingsrente. Deze vergelijken we met je huidige rente om te bepalen of er sprake is van een renteverlies.

Hoe wordt de vergelijkingsrente bepaald?

Om de vergelijkingsrente te bepalen, worden de volgende stappen doorlopen:

  1. We kijken naar de schuld-marktwaardeverhouding op het moment van de laatste renteverlenging. Is er sinds de verstrekking van de hypotheek nog geen renteverlenging geweest? Dan kijken we naar de schuld-marktwaardeverhouding op het moment van de verstrekking. Deze schuld-marktwaardeverhouding gebruiken we om de schuld-marktwaardeverhouding (LTV-klasse ) te bepalen van de vergelijkingsrente.
  2. We kijken naar het hypotheekbedrag op moment van afsluiten van al je openstaande leningdelen. Dit bedrag gebruiken we om te bepalen in welke hoofdsomklasse je valt.
  3. We kijken naar de nog resterende rentevaste periode op het moment van de (extra) aflossing. Daarover zou je de contractrente nog betalen. Bij de looptijd die nog over is, zoeken we de rentes die horen bij de kortere en langere periodes. Van die twee pakken we de hoogste rente. Die rente gebruiken we als vergelijkingsrente.

    Voorbeeld: is de resterende rentevaste periode bijvoorbeeld nog 1 jaar en 2 maanden? Dan kijken we naar een rentevaste periode van 1 jaar en 2 jaar.

Vergoeding voor renteverlies bepalen

Na het bepalen van de vergelijkingsrente, kijken we in de actuele rentetabel welk rentepercentage op dit moment hoort bij de LTV-klasse, de hoofdsomklasse en de rentevaste periode waarmee we vergelijken. De vergelijkingsrente en de huidige rente vergelijken we met elkaar om te bepalen of er sprake is van een renteverlies:

Vergelijkingsrente Wel/geen renteverlies
Hoger of gelijk aan je huidige rente Geen renteverlies; je kunt zonder vergoeding aflossen
Lager dan je huidige rente Wel renteverlies; je bent ons een vergoeding schuldig

Goed om te weten: een hogere vergelijkingsrente zorgt voor een lagere vergoeding.

Voorbeeld berekening vergoeding renteverlies

Voor dit rekenvoorbeeld gaan we uit van de volgende gegevens:

  • Oorspronkelijke hypotheekschuld: € 120.000
  • Nog openstaande hypotheekschuld: € 75.000
  • Schuld-marktwaardeverhouding: 75%
  • Maandelijkse aflossing: € 500
  • Hoofdsomklasse: < € 500.000
  • Huidige contractrente: 5%
  • Resterende rentevaste periode: 1 jaar en 2 maanden
  • Extra aflossing: € 35.000
  • Vergoedingsvrij percentage: 5%
  • Rente voor een rentevaste periode van 1 jaar: 3,5%
  • Rente voor een rentevaste periode van 2 jaar: 4%

Vergelijkingsrente bepalen

We gebruiken het stappenplan zoals hierboven uitgelegd.

  1. Bepalen van de schuld-marktwaardeverhouding: de schuld-marktwaardeverhouding = 75%.
  2. Bepalen van de hoofdsomklasse: de hoofdsomklasse = < € 500.000.
  3. Bepalen van de vergelijkingsrente via de resterende rentevaste looptijd: de resterende rentevaste periode = 1 jaar en 2 maanden. Daarom wordt gekeken naar de rentes voor de rentevaste periodes van 1 jaar en 2 jaar. Omdat de rente voor 2 jaar met 4% de hoogste is, wordt dit de vergelijkingsrente.

De vergelijkingsrente (4%) is dus lager dan de huidige contractrente (5%) en daarom is er voor ons sprake van een renteverlies.

Vergoeding voor renteverlies berekenen

De extra aflossing in dit voorbeeld bedraagt € 35.000. Maar we houden hierbij rekening met de 5% van de oorspronkelijke lening die zonder vergoeding afgelost mag worden:

5% van € 120.000 = € 6.000. Voor de berekening wordt daarom uitgegaan van € 29.000
(€ 35.000 - € 6.000).

Omdat ook periodiek afgelost wordt (€ 500 per maand), wordt dit bedrag per maand met € 500 verlaagd. In de 1e maand wordt dus ons renteverlies berekend over een bedrag van € 29.000, in de 2e maand over een bedrag van € 28.500, in de 3e maand over € 28.000, enzovoort.

Het rentepercentage waarmee we rekenen is 1%: dit is het verschil tussen de huidige contractrente (in dit voorbeeld 5%) en de actuele rente ofwel vergelijkingsrente (in dit voorbeeld 4%).

De resterende rentevaste periode in dit voorbeeld is 14 maanden (1 jaar en 2 maanden). Wanneer we voor iedere maand het renteverlies dat vergoed moet worden optellen, komen we op € 300,42.